zondag, april 19, 2009

No, I couldn't

Al na een kilometer of vijf verschijnt hij. Dat kleine, irritante mannetje met zijn satanische lach. En bovenal: met zijn enorme hamer, waarmee hij inbeukt op mijn benen. Dat ik de halve marathon vervolgens uitloop, is – in alle bescheidenheid – welhaast miraculeus te noemen.
Ik schreef al dat al dat gehardloop verslavend werkt, zeker als het steeds beter gaat terwijl ik niet het idee heb dat ik daar buitengewoon mijn best voor hoef te doen. Op een moment dat ik echt geen geldig excuus meer kon vinden om niet aan mijn boek te werken, heb ik me ingeschreven voor de marathon van New York City op 1 november. Dat is nogal een duur grapje, zo blijkt. Waar ik voor de halve marathon van Nice 17 euro heb neergeteld en voor Parijs 26, betaal je voor New York 242 dollar. Elf daarvan ben je sowieso kwijt, of je nu ingeloot wordt of niet. Hoe groot de kans is ingeloot te worden, vermeldt de site niet, maar ik vermoed dat die niet zo groot is.
Tenzij je de afgelopen anderhalf jaar een halve marathon hebt gelopen in minder dan 1:23. Dan mag je hoe dan ook meedoen. U voelt hem al aankomen: dat was vandaag mijn inzet. Een kwartier sneller dan vorige maand in Parijs, waar ik bijzonder langzaam begon doordat ik helemaal achter in het deelnemersveld stond. Het tweede deel van de race had ik het goede schema voor 1:23 te pakken.
Yes we can, denk ik en hul me in mijn Obama-shirt. Ik besluit dit keer snel van start te gaan. Ik weet mezelf voor in het startvak te positioneren en sprint na het startschot de Promenade des Anglais op. Dat gaat een paar kilometer heel aardig. Ik loop een kilometer of vier op met een organisatierenner die een vlag draagt met daarop 1:24. Als ik die nu bijhoud en vlak voor de finish een demarrage plaats is het kat in het bakkie.
Maar dan dus dat mannetje, dat na een eerste lus door het stadscentrum een eerste flinke klap uitdeelt. De organisatierenner moet ik laten lopen. Het gaat even heuvel op, richting de haven waar de ferryboten naar Corsica vertrekken. Mijn tempo neemt af, maar blijft vrij hoog. Directe kwalificatie voor New York vergeet ik: anderhalf uur is ook mooi.
Vroeger dan ik wil komt een nieuwe organisatierenner langs gehold, die op een vlak schema loopt dat naar 1:30 leidt. Ook hem en de omringende lopers moet ik vrij snel laten gaan. Op tien kilometer, opnieuw op de Promenade des Anglais, overweeg ik te stoppen. Vanuit de bocht heb ik een overzicht over het parcours dat nog volgt. Dat is vrij eenvoudig en zeer deprimerend: ruim vijf kilometer heen, tot aan de luchthaven en weer terug. Schaduw is er niet. De Middellandse Zee ligt er mooi bij, dat dan weer wel.
Waar ik het was die bij de vorige koersen talrijke mensen voorbij liep, word ik nu zelf vrijwel alleen maar ingehaald. Een kilometer of drie weet ik aan te klampen bij een kleine blondine die voor ASPTT Nice loopt, wat vermoedelijk staat voor de sportvereniging van de plaatselijke post. Ook zij is uiteindelijk te snel.
De terugweg van de luchthaven naar het centrum is een lijdensweg. Ik ben een schande voor mijn Obama-shirt. Uiteindelijk breek ik nog net mijn persoonlijk record, 1:36 en een beetje. Een 517de plaats is mijn deel. Nederig strompel ik terug naar het appartement dat ik gehuurd heb. No, I couldn’t. Not this time. Nu is het te hopen dat 'The ING New York City Marathon' ING-rekeninghouders stiekem voortrekt bij de loting. Ik zou in ieder geval weer wat rustiger beginnen.

Labels: , ,

1 Reactie(s):

Blogger François schreef...

Correspondent, de virtuele bloemen heb je meer dan verdiend! Iets van sport begrijpen zal ik nooit gaan doen. Een bloedstollend verhaal over een schijnbaar strompelende tocht over de Promenade, ingehaald worden door een dom blondje, totale ontreddering tot het einde....en dan blijk je je persoonlijk record te breken. Maar omdat je dan jezelf eerder een hoger target hebt gesteld is het dan toch niet goed genoeg. Het is van dat sporters-latijn dat ik niet snap.
Voor iemand die zijn geld verdient met achter een laptop zitten en letters typen is dit geloop toch een grote prestatie. Op naar New York, zou ik zeggen (waarvandaan we tegen die tijd wel online Twitterverslaggeving verwachten, de techniek gaat verder....)

19/4/09 19:27  

Een reactie posten

<< Home