vrijdag, april 04, 2008

Philippe Val: Wilders en radicale moslims moeten samen reclamebureau oprichten

Dit is Philippe Val, de hoofdredacteur van het satirische weekblad Charlie Hebdo (foto van Ilse Leenders). Die heb ik een week geleden voor Elsevier geïnterviewd (u weet dat journalisten bij voorkeur slechts elkaar interviewen). Hier leest u, als u niet inlogt, een deel van het interview en als u abonnee bent, het hele verhaal.
Val is een nogal chaotische man. Charismatisch, dat ook, en chaotisch. Toen ik hem aan de telefoon had om een afspraak te maken, vroeg hij niet wat ik wilde en of ik überhaupt wilde afspreken, maar zei hij: 'Ik heb het nu heel druk. Morgen half één op de redactie, ok?'.
Om half één op de redactie bleek hij eigenlijk helemaal geen tijd te hebben, maar hij stond me toch te woord, als het maar heel snel zou gaan. En passant regelde hij een lunch en vroeg hij zich af waar zijn lijfwacht uithing (Val heeft permanente bescherming).
Toen ik mijn iPod met opname-extensie neerlegde, klaarde hij enigszins op. 'U bent erin geslaagd het opnamedeeltje te vinden. Ik probeer het steeds bij de FNAC, maar het lukt maar niet.' Ik wees hem op een soort Apple Store tegenover het Centre Pompidou, waar ik geslaagd was. Val raakte in een iets betere stemming.
Het interview maakt deel uit van een groter verhaal met een vijftal Europeanen dat zich inzet voor het 'vrije Westen' en vooral voor de vrijheid van meningsuiting die wordt bedreigd door moslimfundamentalisten.
Val heeft zijn sporen verdiend op dat gebied door de publicatie van een manifest tegen het islamitisch totalitarisme in zijn weekblad, onder meer ondertekend door Salman Rushdie en Ayaan Hirsi Ali.
Bovendien publiceerde Charlie Hebdo twee jaar geleden een 'Mohammed-special' met de omstreden Deense cartoons van de profeet aangevuld met eigen cartoons (die plaatste en vertaalde ik destijds ook op mijn blog: cartoons Mohammed één, twee en drie). Het proces dat boze moslimorganisaties tegen zijn blad aanspanden, won hij op glorieuze wijze.
Scheiding tussen kerk en staat (laïcité) en vrijheid van meningsuiting zijn volgens Val de hoeksteen van de vrije democratie. Zodra die onder vuur liggen, reageert hij fel. Toenmalig president Jacques Chirac vindt zijn Mohammed-special een 'manifeste provocatie'? 'Eh bien, le président de l'époque a dit une connerie.' Een stommiteit, maar eigenlijk nog sterker: dat is gelul. Val: 'Het uitoefenen van een recht is nooit een provocatie. Hoe kan het volk in een democratie zich een eigen mening vormen zonder dat de tekeningen gepubliceerd waren? We leven niet in de Middeleeuwen.'
Over de consternatie rond de film van Wilders, die die avond online gezet zou worden, had Val drie meningen. De film zou ofwel racistisch kunnen zijn of xenofobisch, wat protest zou rechtvaardigen. Mogelijkheid twee: ce film est une connerie, weliswaar niet racistisch, maar wel de la merde. Dan geldt volgens de linkse Val, ook in zijn blad, de wet van vraag en aanbod. 'Als iemand naar mij toekomt met een verhaal dat niet racistisch of xenofobisch is, maar de kwaliteit is merde, dan zeg ik: moi je publie pas ta merde. Vraag elders maar of je met je stront terecht kan.'
In het derde geval zou de film niet racistisch zijn en geen merde, wat Val onwaarschijnlijk achtte, en zou de film uit angst gecensureerd worden. 'In dat geval moet je het voor de film opnemen', zei hij.
Die avond zag ik Val toevallig weer bij een debat op het Institut Néerlandais na een documentaire over de Nederlandse karikaturist Willem, die ook voor Charlie Hebdo werkt (waarover ik zo snel mogelijk meer hoop te schrijven) en zondag belde ik hem nogmaals om zijn mening over de film te vragen.
Opnieuw was hij eigenlijk druk bezig en kon hij me niet te woord staan, maar aangezien mijn deadline maandagochtend was, antwoordde hij dan toch. Hij had de hele film niet gevonden, maar een fragment gezien van tien minuten, waardoor hij vond dat hij eigenlijk geen oordeel kon geven. Na enig aandringen zei hij het volgende: 'Ik vraag me af waarom de fundamentalisten en Geert Wilders elkaar niet eens ontmoeten. Het is een kwestie van fascisten tegen fascisten. Ze lijken me voor elkaar geschapen. Het enige wat hij kan, is herhalen wat zij zeggen. Hij is hun best denkbare woordvoerder. Ze moeten samen een reclamebureau oprichten. In het gunstigste geval zouden ze door met elkaar om te gaan, beiden matigen.'
Ik bedankte hem voor zijn kostbare tijd en zei dat ik hem niet langer zou storen, waarna hij vroeg wat ik eigenlijk van de avond met Willem op het Institut Néerlandais vond en of ik ook zo van de docu had genoten? Zo keuvelden we nog even een paar minuten door terwijl hij eigenlijk zijn verhaal voor morgen moest schrijven. Heerlijk.

Labels: , , , ,

1 Reactie(s):

Anonymous Anoniem schreef...

Dat hebben die Fransen dan wel weer, verstandige meneren die meningen met enige houdbaarheid over de wereld geven. De Finkielkrauts en Henry-Levis geven soms spannende analyses en deze meneer Val kan er ook wat van. Dat arrogante, zou dat typisch intellectueel-Frans zijn toch een beetje? Ik kan me verhalen van vrienden herinneren die begin jaren '80 bij de bomvolle colleges zaten van Michel Foucault die zich ook als een ongenaakbare zonnekoning van het Inzicht gedroeg. En Irigaray, die bezwaar maakte tegen de microfoon van de interviewster omdat hij te fallisch was. Maar ja Irigaray was dan ook moeizaam voor of tegen de Ecole freudienne. Grote geesten met excentrikiteiten, daar doen we in NL niet aan. Misschien nog wel jammer ook....

4/4/08 16:15  

Een reactie posten

<< Home