Les Bronzés
La honte. Inclusief een Erasmusjaar in Dijon woon ik al meer dan vier jaar in Frankrijk en ik heb nog nooit de film Les Bronzés (Patrice Leconte, 1978) gezien, laat staan deel twee: Les Bronzés font du ski (1979). Zonder die essentiële ervaring zou ik de Fransen nooit begrijpen, en vooral hun humor, is mij meermaals verzekerd.
Om de kapitale lacune in mijn culturele integratie op te vullen organiseerde ik gisteren, nog net voordat Les Bronzés 3: Amis pour la vie uitkomt, een Bronzés-avondje bij mij thuis met één landgenote die net zo onwetend was als ik en twee Franse gasten. Die konden ons alle legendarische zinsneden uitleggen die uit de films zijn voortgekomen.
De verhalen zijn eenvoudig: in deel één maakt een groep toeristen kennis met de resortvakanties, die eind jaren zeventig populair werden met de opkomst van Club Med. De film is opgenomen in het nu door oorlog verscheurde Ivoorkust, destijds een populaire en relatief welvarende bestemming. In deel twee gaat diezelfde groep skiën in de Alpen.
Een echte plot kennen de films niet: het is een sfeerschets van het leven van les beaufs (ordinaire lui) met veel basale humor: valpartijen, onhandigheden en vooral dus veel 'legendarische dialogen'. Zowel beaufs zelf als niet-beaufs moeten om de film lachen. Voor veel Fransen met manieren en een bovengemiddelde opleiding is het een cultfilm. Op dansfeestjes is bovendien het Bronzés-dansje, met vaste beweginkjes als in de vogeltjesdans, een vaste prik.
De dialogen gaan als volgt. Twee Duitse meisjes zeggen met een sterk accent: 'Goedenavond, wij gaan slapen,' waarop twee Bronzés ('gebruinden') antwoorden: 'Goedenavond, wij gaan ze neuken'. ('Bonsoir nous allons nous coucher', 'Bonsoir nous allons les niquer').
Zinnen als 'ik heb een opening' ('j'ai une ouverture'), wanneer je een goede kans maakt een meisje te versieren of 'ik stond op het punt van afronding' ('j'étais sur le point de conclure') zijn sinds de films doorgedrongen tot het dagelijks taalgebruik, met enige ironie uiteraard. 'Van sommige uitdrukkingen weet je niet eens meer dat ze uit Les Bronzés komen,' zei een van de gasten.
Veel acteurs van het acteursgezelschap (Le Splendid) zijn inmiddels of nog steeds grote namen in de Franse cinema. Enkele voorbeelden: Gérard Jugnot (Monsieur Batignole, 2001 en Les Choristes, 2004), Thierry Lhermitte (Le diner de cons, 1998), Marie-Anne Chazel (Les Visiteurs, 1993) en Christian Clavier (Les Visiteurs, 1993 en Astérix et Obelix contre César, 2002).
Echt groot fan kan ik mezelf nog niet noemen. De cultfactor ontging me enigszins, maar wellicht moet ik de films daarvoor een keer of acht zien, zoals de meeste Fransen.
Aan het eind van de avond volgde een kleine deceptie. 'Je kent Les Nuls niet?' werd me vol onbegrip gevraagd, terwijl we napraatten. Daarmee ontdekten ze een nieuwe lacune in mijn zoektocht naar de Franse volksaard.
Om de kapitale lacune in mijn culturele integratie op te vullen organiseerde ik gisteren, nog net voordat Les Bronzés 3: Amis pour la vie uitkomt, een Bronzés-avondje bij mij thuis met één landgenote die net zo onwetend was als ik en twee Franse gasten. Die konden ons alle legendarische zinsneden uitleggen die uit de films zijn voortgekomen.
De verhalen zijn eenvoudig: in deel één maakt een groep toeristen kennis met de resortvakanties, die eind jaren zeventig populair werden met de opkomst van Club Med. De film is opgenomen in het nu door oorlog verscheurde Ivoorkust, destijds een populaire en relatief welvarende bestemming. In deel twee gaat diezelfde groep skiën in de Alpen.
Een echte plot kennen de films niet: het is een sfeerschets van het leven van les beaufs (ordinaire lui) met veel basale humor: valpartijen, onhandigheden en vooral dus veel 'legendarische dialogen'. Zowel beaufs zelf als niet-beaufs moeten om de film lachen. Voor veel Fransen met manieren en een bovengemiddelde opleiding is het een cultfilm. Op dansfeestjes is bovendien het Bronzés-dansje, met vaste beweginkjes als in de vogeltjesdans, een vaste prik.
De dialogen gaan als volgt. Twee Duitse meisjes zeggen met een sterk accent: 'Goedenavond, wij gaan slapen,' waarop twee Bronzés ('gebruinden') antwoorden: 'Goedenavond, wij gaan ze neuken'. ('Bonsoir nous allons nous coucher', 'Bonsoir nous allons les niquer').
Zinnen als 'ik heb een opening' ('j'ai une ouverture'), wanneer je een goede kans maakt een meisje te versieren of 'ik stond op het punt van afronding' ('j'étais sur le point de conclure') zijn sinds de films doorgedrongen tot het dagelijks taalgebruik, met enige ironie uiteraard. 'Van sommige uitdrukkingen weet je niet eens meer dat ze uit Les Bronzés komen,' zei een van de gasten.
Veel acteurs van het acteursgezelschap (Le Splendid) zijn inmiddels of nog steeds grote namen in de Franse cinema. Enkele voorbeelden: Gérard Jugnot (Monsieur Batignole, 2001 en Les Choristes, 2004), Thierry Lhermitte (Le diner de cons, 1998), Marie-Anne Chazel (Les Visiteurs, 1993) en Christian Clavier (Les Visiteurs, 1993 en Astérix et Obelix contre César, 2002).
Echt groot fan kan ik mezelf nog niet noemen. De cultfactor ontging me enigszins, maar wellicht moet ik de films daarvoor een keer of acht zien, zoals de meeste Fransen.
Aan het eind van de avond volgde een kleine deceptie. 'Je kent Les Nuls niet?' werd me vol onbegrip gevraagd, terwijl we napraatten. Daarmee ontdekten ze een nieuwe lacune in mijn zoektocht naar de Franse volksaard.
Labels: cinema
Wil ik ook zien. Ik ken alleen de soundtrack van Les bronzes 1, van Serge Gainsbourg, 'Sea, sex and Suuuuun'. En vergeet de Gendarme pentalogie niet.
Maak je geen zorgen, ik moest er ook doorheen (frans vriendje). Les Nuls, La vérité si je mens, fantomas, les bronzés, les visiteurs, les annonces, etc; Is humor waar je aan moet wennen, maar hoe beter je Frans kan, hoe leuker het is...
Ik heb de DVD's, dus bij deze nodig ik Bureau Belgrado uit voor een weekendje vakantie op Bureau Parijs.
De (meeste) Gendarmes heb ik al gezien toen ik jong was en Les Visiteurs heb ik er ook al op zitten. Verder is Serge Gainsbourg inderdaad erg cool.
die uitnodiging nemen we aan! We nemen Les aventures de Rabbi Jacob mee. Kun je die nog een keer aan?
Enne Olivier, van harte welkom op de burelen van Bureau Belgrado natuurlijk. Dan gaan we films van Emir Kusturica kijken. Waarvan ik me overigens net heb laten vertellen dat ik die het beste bij de mediamarkt in Nederland had kunnen kopen, als ik kans wil maken op ondertitels.
Van Emir Kusturica ben ik inderdaad wel groot fan. Heb een groot deel van zijn films al gezien, maar in Servië kijken geeft natuurlijk wel iets extra's. In Frankrijk zijn zijn concerten trouwens ook buitengewoon populair.