donderdag, maart 29, 2007

Correspondent in Froncles

'De gemeente door Hollandse ogen', een reportage van Marcel Thillay in
Le Journal de la Haute-Marne. Klik een of twee keer voor een grotere versie.


Begin deze maand maakte ik naar aanleiding van de landbouwbeurs in Parijs (zie dit bericht, waar ook een link staat naar het verhaal) een reportage in het landelijke Froncles, in het departement Haute-Marne. Elise, een vriedin in Parijs, afkomstig uit Froncles, had me in contact gebracht met Marcel Thillay, een vrij legendarisch figuur die je papy (opa) dient te noemen.
Thillay is de lokale correspondent in Froncles voor de regionale krant
Journal de la Haute-Marne. Iedere morgen komt hij even langs bij de Marchals, de ouders van Elise, om onder het genot van een glaasje pruimenbrandewijn de laatste nieuwtjes door te nemen. De duidelijk zichtbare aderen in zijn gezicht verraadden dat er door de jaren heen de nodige alcohol door zijn bloed is gestroomd. Hij was ervan overtuigd dat ik zonder hem totaal verloren zou zijn in Froncles.
Hij had niet zo goed begrepen dat ik vooral geïnteresseerd was in sociaal-maatschappelijke kwesties als werkloosheid, het leven als boer, of twintiger zijn in Froncles. Hij dacht dat ik alles wilde observeren en niet zozeer met bewoners wilde praten. Ik had mijn verlanglijstje van gesprekspartners doorgegeven aan Elise: de burgemeester, een van haar vriendinnen die op jonge leeftijd een kind had gekregen, haar familie en de jonge boer die het boerenbedrijf van haar vader had overgenomen. Daar moest ik wel een eind mee komen.
Thillay stond erop me overal mee naar toe te slepen. In de stromende regen gingen we naar het gemeentehuis, waar die dag net nieuwe computers of software zou worden geïnstalleerd. Ik bleef in de auto zitten en hij zou het even regelen. Verontwaardigd kwam hij terug met de mededeling dat de burgemeester en zelfs de eerste wethouder geen tijd hadden voor het onaangekondigde bezoek. Ach, zonder burgemeester is zo'n reportage ook nog wel te maken.
Op naar de fabriek. Eigenlijk hoefde ik niet echt naar de fabriek, die mij eerder in de weg stond. Ik was juist gekomen voor het platteland. Thillay moest en zou mij echter de trots van Froncles laten zien. In de ontvangstruimte van het complex, waar ingewikkelde schroeven gemaakt worden, stelde Thillay mij voor aan de personeelschef.
Ik was student journalistiek en kwam kijken hoe het er in
la France profonde aan toe ging, vertelde Thillay. Ineens was ik niet zo verbaasd meer dat de burgemeester me niet wilde ontvangen. Wie wil er een studentje ontvangen dat bovendien met de nodige arrogantie verkondigt dat hij aapjes komt kijken in 'het diepe, achtergestelde Frankrijk'. Die connotatie heeft la France profonde.
Ik probeerde me eruit te redden.
Monsieur Thillay had het toch niet helemaal goed begrepen. Ik zei dat ik correspondent ben voor een persbureau met in totaal twee miljoen lezers (dat soort cijfers doen het altijd goed bij interviewaanvragen en als mijn verhalen in alle kranten geplaatst worden, klopt het bovendien ook nog). Naar aanleiding van de Salon de l'Agriculture wilde ik een repo maken in la France rurale. Dat klonk al veel beter.
Verbaasd dat ik überhaupt Frans sprak, veranderde de stemming van de chef direct. Hij zou graag wat tijd vrijmaken om ons rond te leiden. Het was me te doen geweest om mijn eer te redden, met als resultaat dat ik min of meer tegen mijn wil een uur lang zou worden rondgeleid in een schroevenfabriek die me niet mateloos interesseerde.
Soit.
De rest van de dag zou Thillay iedereen die het maar horen wilde, of niet, vertellen hoe hij mij de fabriek binnen had gekregen. Zelf had hij de grootste werkgever in zijn dorp, waar hij een aantal directiewisselingen geleden zelf gewerkt had, al in geen jaren meer bezocht.
De dag eindigde mooi. Ik sprak de juiste mensen, de zon brak door, we dronken nog enkele glazen wijn op een woonboot, beklommen de heuvel met uitzicht over Froncles en uiteindelijk zou mijn collega-correspondent zelfs een verhaal aan mijn bezoek aan Froncles wijden.
Beetje jammer was dat ikzelf een domme fout in mijn eigen verhaal gemaakt heb. Zoon Frédéric had ik omgebouwd tot Frédérique. Elise en haar Vlaamse moeder ontging dat uiteraard niet. Moeder was bovendien niet bijzonder
amused dat ik had vermeld dat haar zoon op zijn zeventiende als gevolg van een ongelukje een kind had gekregen. Ik betwijfel of ik nog welkom ben in Froncles...

Labels: , ,

1 Reactie(s):

Blogger Tim schreef...

Redelijk legendarisch figuur moet ik zeggen.

4/4/07 15:38  

Een reactie posten

<< Home