BANLIEUE BLOG: Voorsteden Parijs geen Tsjetsjenië
Ruim twee jaar geleden maakte ik voor Elsevier een reportage over de buurt Les Pyramides in de – vanuit Grigny – nabijgelegen stad Evry. Ook dat is zo'n probleembuurt, met hoge werkloosheid, slecht onderhouden huizen, veel allochtonen en een hoge criminaliteit. Voor fotomateriaal schakelden we een fotograaf in via het Franse nationale persbureau AFP.
Hij was net als ik niet in het bezit van een auto, maar we konden een auto van AFP meekrijgen. De fotograaf had expliciet gevraagd om een auto zonder logo, maar zag tot zijn teleurstelling dat die allemaal al vergeven waren die dag.
In de auto mét logo vertelde de fotograaf me over zijn ambities. Hij was nu nog freelancer, vooral voor AFP, maar wilde graag in vaste dienst bij ze worden aangenomen. Hij droomde ervan om reportages te maken op plekken die in de schijnwerpers staan. Zo was hij graag naar Ivoorkust gaan, waar de vlam toen behoorlijk in de pan was geslagen, of nog liever, naar Bagdad.
De voorsteden (banlieues) van zijn eigen woonplaats daarentegen waren voor hem een ander verhaal. Al op de snelweg A6 (die 'mijn buurt' La Grande Borne afsnijdt van de rest van Grigny) vertelde hij me hoe graag hij weer aan de andere kant zou rijden, wat zou betekenen dat de reportage er weer op zat. Hij had al talrijke verhalen gehoord van collega´s die met stenen zijn bekogeld en waren aangevallen.
Eenmaal in de wijk durfde hij zijn auto nauwelijks uit. Als hij het deed, liet hij hem aanstaan, zodat hij razendsnel weer zou kunnen optrekken bij naderende dreiging. Ook durfde hij bijna geen mensen te fotograferen, wat foto’s meestal juist het interessantst maakt.
Als een Parijse fotograaf van het nationale persbureau al een beeld heeft van de banlieue als één grote gevarenzone, dan is het niet vreemd dat minder mondaine mensen in binnen- en buitenland dat ook hebben. Dat is ook weer niet verbazingwekkend, want 90 procent van de keren dat de voorsteden in het Franse nieuws komen, is het negatief. Maak daar buiten Frankrijk maar 100 van.
Tijdens het stedelijk geweld eind vorig jaar bereikte de negatieve visie begrijpelijkerwijs een hoogtepunt. Het departement Seine-Saint-Denis stond in brand, Parijs stond in brand, Frankrijk stond in brand. Zelf heb ik me er aanvankelijk, beïnvloed door de spectaculaire televisiebeelden, ook enigszins schuldig aan gemaakt, zij het niet in die mate.
Toen ik tijdens de onlusten met een Nederlandse fotograaf, gestuurd door de GPD dit keer, door de ‘brandende gebieden’ reed, bleek hoe relatief het allemaal was. We hebben op het hoogtepunt van de rellen een urenlange nachtelijke rit door vrijwel alle probleemwijken van le neuf-trois (het befaamde departement Seine-Saint-Denis) gemaakt, en geen rotje horen afgaan.
Toch gaf Rusland een officieel negatief reisadvies uit en verkondigde de Russische pers triomfantelijk dat ook het immer betweterige Frankrijk zijn eigen Tsjetsjenië kent. Ook Nederland waarschuwde zijn inwoners niet de voorsteden in te trekken. Zelfs een groepje vrienden mailde me ongerust of het wel verantwoord was met de auto naar Parijs te komen voor mijn huisopwarmfeestje. Ze hadden gehoord dat de rellen nu ook al het centrum van Parijs bereikt hadden en dat ze langs Saint-Denis moesten. (Uiteindelijk werd de auto niet in brand gestoken, maar weggesleept wegens fout parkeren.)
Vrijwel iedere keer dat ik in zo’n 'gevoelige wijk' kom, valt de rust me weer op die er heerst, sereniteit zou ik bijna zeggen. Zo ook gisteren toen ik in La Grande Borne aankwam en tijdens de voorbereidende bezoeken. Een mooi winterzonnetje scheen over het grote autovrije en groene gebied midden in de wijk. Ok, er lígt vuil op straat, veel auto’s vállen half uit elkaar, net als sommige huizen, maar daartussen voetballen de kinderen, speelt een groep ouderen (allen van buitenlandse origine) jeu de boules (zie dit bericht) en zie je opvallend veel contact tussen mensen met verschillende huidskleuren.
Meisjes en jonge vrouwen discussiëren vooral met zijn tweeën, jongens hangen vaak rond in groepjes. Hoewel sommigen zich tijdens de rellen vast hebben misdragen (laten we niet naïef zijn en de wijk te veel idealiseren), gaat er geen enkele dreiging van ze uit.
Het is een van de redenen dat ik hier een tijdje ben gaan zitten: ondanks alle misstanden en problemen is zelfs een Parijse voorstad een met een slechte reputatie zoals La Grande Borne in Grigny, geen permanente levende hel, zoals je zou kunnen denken.
Dit blog is ook te volgen op de site van Elsevier.
Hij was net als ik niet in het bezit van een auto, maar we konden een auto van AFP meekrijgen. De fotograaf had expliciet gevraagd om een auto zonder logo, maar zag tot zijn teleurstelling dat die allemaal al vergeven waren die dag.
In de auto mét logo vertelde de fotograaf me over zijn ambities. Hij was nu nog freelancer, vooral voor AFP, maar wilde graag in vaste dienst bij ze worden aangenomen. Hij droomde ervan om reportages te maken op plekken die in de schijnwerpers staan. Zo was hij graag naar Ivoorkust gaan, waar de vlam toen behoorlijk in de pan was geslagen, of nog liever, naar Bagdad.
De voorsteden (banlieues) van zijn eigen woonplaats daarentegen waren voor hem een ander verhaal. Al op de snelweg A6 (die 'mijn buurt' La Grande Borne afsnijdt van de rest van Grigny) vertelde hij me hoe graag hij weer aan de andere kant zou rijden, wat zou betekenen dat de reportage er weer op zat. Hij had al talrijke verhalen gehoord van collega´s die met stenen zijn bekogeld en waren aangevallen.
Eenmaal in de wijk durfde hij zijn auto nauwelijks uit. Als hij het deed, liet hij hem aanstaan, zodat hij razendsnel weer zou kunnen optrekken bij naderende dreiging. Ook durfde hij bijna geen mensen te fotograferen, wat foto’s meestal juist het interessantst maakt.
Als een Parijse fotograaf van het nationale persbureau al een beeld heeft van de banlieue als één grote gevarenzone, dan is het niet vreemd dat minder mondaine mensen in binnen- en buitenland dat ook hebben. Dat is ook weer niet verbazingwekkend, want 90 procent van de keren dat de voorsteden in het Franse nieuws komen, is het negatief. Maak daar buiten Frankrijk maar 100 van.
Tijdens het stedelijk geweld eind vorig jaar bereikte de negatieve visie begrijpelijkerwijs een hoogtepunt. Het departement Seine-Saint-Denis stond in brand, Parijs stond in brand, Frankrijk stond in brand. Zelf heb ik me er aanvankelijk, beïnvloed door de spectaculaire televisiebeelden, ook enigszins schuldig aan gemaakt, zij het niet in die mate.
Toen ik tijdens de onlusten met een Nederlandse fotograaf, gestuurd door de GPD dit keer, door de ‘brandende gebieden’ reed, bleek hoe relatief het allemaal was. We hebben op het hoogtepunt van de rellen een urenlange nachtelijke rit door vrijwel alle probleemwijken van le neuf-trois (het befaamde departement Seine-Saint-Denis) gemaakt, en geen rotje horen afgaan.
Toch gaf Rusland een officieel negatief reisadvies uit en verkondigde de Russische pers triomfantelijk dat ook het immer betweterige Frankrijk zijn eigen Tsjetsjenië kent. Ook Nederland waarschuwde zijn inwoners niet de voorsteden in te trekken. Zelfs een groepje vrienden mailde me ongerust of het wel verantwoord was met de auto naar Parijs te komen voor mijn huisopwarmfeestje. Ze hadden gehoord dat de rellen nu ook al het centrum van Parijs bereikt hadden en dat ze langs Saint-Denis moesten. (Uiteindelijk werd de auto niet in brand gestoken, maar weggesleept wegens fout parkeren.)
Vrijwel iedere keer dat ik in zo’n 'gevoelige wijk' kom, valt de rust me weer op die er heerst, sereniteit zou ik bijna zeggen. Zo ook gisteren toen ik in La Grande Borne aankwam en tijdens de voorbereidende bezoeken. Een mooi winterzonnetje scheen over het grote autovrije en groene gebied midden in de wijk. Ok, er lígt vuil op straat, veel auto’s vállen half uit elkaar, net als sommige huizen, maar daartussen voetballen de kinderen, speelt een groep ouderen (allen van buitenlandse origine) jeu de boules (zie dit bericht) en zie je opvallend veel contact tussen mensen met verschillende huidskleuren.
Meisjes en jonge vrouwen discussiëren vooral met zijn tweeën, jongens hangen vaak rond in groepjes. Hoewel sommigen zich tijdens de rellen vast hebben misdragen (laten we niet naïef zijn en de wijk te veel idealiseren), gaat er geen enkele dreiging van ze uit.
Het is een van de redenen dat ik hier een tijdje ben gaan zitten: ondanks alle misstanden en problemen is zelfs een Parijse voorstad een met een slechte reputatie zoals La Grande Borne in Grigny, geen permanente levende hel, zoals je zou kunnen denken.
Dit blog is ook te volgen op de site van Elsevier.
Labels: banlieue, Banlieue Blog
Heb je je teksten ook al kunnen verkopen aan de Elsevier? Je stond ook al op de "voorpagina" van de Gelderlander.nl. Het gaat goed !