donderdag, december 29, 2005

Liftend op reportage

Een sinecure was het allerminst, een uitstapje naar het Bretonse dorpje Maël-Carhaix, of - voor hen die zich beter op hun gemak voelen in het Bretons - Mêl-Karaez. Vanaf station Paris-Montparnasse reisde ik met de TGV naar Guingamp, vanwaar een veredelde bus (foto) me naar Carhaix bracht, het dichtstbijzijnde station. Dat laatste stukje was fantastisch: in rustige vaart over enkelspoor door het sneeuwlandschap met uitzicht op velden, akkers en af en toe een lieflijk dorpje. Gespotte fauna: een vos.
Toen ik vierenhalf uur na vertrek uit Parijs in Carhaix aankwam, bleek het moeilijkste nog te komen. Er waren nog twaalf kilometer te overbruggen en ik hoopte een fiets te kunnen huren (het halen van mijn rijbewijs is een van mijn goede voornemens voor 2006) of een bus te vinden. Bij de vvv dacht ik informatie in te winnen, maar die was net gesloten voor een twee uur lange middagpauze.
Een fietsenverhuurder zag ik niet en bussen in de juiste richting evenmin, dus besloot ik te lopen. De route départementale 166 voert alleen naar Maël-Carhaix, dus iemand zou me wel meenemen. Zo geschiedde ook, alleen was dat pas na een uur lopen. Het was de derde auto die langskwam. Onderweg kwam ik overigens wel langs een affiche (foto) van Bretonse nationalisten, over wie ik gisteren nog klaagde dat zij niet actief genoeg zijn om een mooie reportage over te schrijven. De olierampen die hun kust vervuilen, de immigratie en de onveiligheid: allemaal de schuld van de Fransen.
Bijna opgelucht zag ik dat de mensen die mij een lift gaven Engelsen waren, van wie er veel in Bretagne (en talrijke andere Franse streken) wonen. Ze vonden zichzelf na drie jaar Frankrijk al best goed geïntegreerd, maar hadden nog moeite met de Franse taal. Gelukkig waren de Bretonners zulk vriendelijk volk (een paar van die rare nationalisten uitgezonderd), anders dan elders in Frankrijk. Tevreden stelde ik vast dat ze daarmee mijn vermoeden van gisteren bevestigden.
In Maël-Carhaix, een bijzonder lelijk dorpje, had ik aan een paar uurtjes voldoende om mijn reportage te maken, die op oudjaar in de GPD-kranten staat. Terug ging het liften een stuk sneller: een messenslijper ('die zijn zeldzaam in Europa', zei hij) nam mij mee, liet mij zien dat hij drie vingertoppen miste ('een gevaarlijk beroep, bijna niemand op mijn werk heeft ze allemaal nog') en zette me bij het station af.

0 Reactie(s):

Een reactie posten

<< Home