woensdag, maart 15, 2006

BANLIEUE BLOG: Toch weer een brandende auto

Place de la Carpe. Foto: Olivier van Beemen


Eén uur ’s middags. Ik fiets door La Grande Borne en laat me opnieuw verrassen door de talrijke speelse gebouwen en kunstwerken in de buurt. Ik zal er zeker nog een keer een bericht aan wijden.
Terwijl ik een huis in zeer slechte staat fotografeer, komt een sterke rooklucht me tegemoet. Verderop zie ik een menigte jongelui, bij het hoger gelegen Place de la Carpe. Ik was er die ochtend nog voor de bibliotheek en het Centre de l’Emploi et de la Formation.
Twee brandweerlieden staan midden op het plein en worden omgeven door dikke, zwarte rook. De politie verbiedt me dichterbij te komen en te fotograferen. Ik moet mijn perskaart tonen, waarvan de politie telefonisch de echtheid checkt. Het duurt lang en ik protesteer dat ik toch zeker het recht heb te fotograferen als ik wil, maar de agent dreigt mijn camera te confisqueren. Mijn ‘en de vrijheid van de pers dan?’ en ‘is dit soms een totalitaire staat?’ helpen weinig, maar na een telefoontje mag ik dan toch foto’s maken.
In de ondergrondse parkeergarage onder het plein blijkt een auto in brand gestoken te zijn. Gevaar voor uitbreiding van het vuur en instorting is er volgens de politie niet. Ook toegesnelde medewerkers van elektriciteitsbedrijf EDF constateren dat er geen verder gevaar dreigt. Voor de hulpdiensten zit de routineklus er weer op. 'Dagelijks is overdreven', zegt de agent, 'maar minstens één keer per week is het wel raak.'
Veel Nederlanders zullen pas tijdens de rellen eind vorig jaar op de hoogte geraakt zijn van het Franse voorstedelijke fenomeen van autootje in de fik steken. De meeste Fransen weten wel beter. Sinds de jaren negentig gaan er gemiddeld zo’n tienduizend auto’s in vlammen op in Frankrijk. Vooral oudejaarsnacht is een favoriete gelegenheid en ook de nacht van de nationale feestdag, op 14 juli, doet het altijd goed. Maar het gebeurt dus ook gewoon op doordeweekse middagen, zoals nu.
Ik vraag de brandweer of ik mee mag de garage in, maar die vindt dat te gevaarlijk. De politieagent vraagt me waar mijn fiets staat. ‘Tegen die boom, op slot,’ wijs ik hem. Hij lacht me minzaam toe. ‘Op slot zegt hier niets. En je mag blij zijn dat je je camera nog hebt. Ze houden hier niet zo van journalisten, moet u weten.’
We raken aan de praat, waarbij hij me op de meeste vragen antwoordt dat ik bij zijn superieuren moet zijn, die ik deze week nog zal benaderen. Of hij vermoedt dat de daders tussen de toekijkende jongeren staan: 'Dat zou heel goed kunnen,' zegt hij.

Uiteraard ben ik nog steeds van mening dat de banlieue niet gereduceerd moet worden tot een plek waar auto's verbranden, maar het valt moeilijk te ontkennen dat het een alledaags fenomeen is.

Brandweerlieden breken de nooduitgang naar de parkeergarage open, waar een auto in brand staat. Foto: Olivier van Beemen

Labels: ,

2 Reactie(s):

Anonymous Anoniem schreef...

Hoe groot is die banlieu eigenlijk? Als jij al 22,5 km van het hartje parijs zit...

Misschien een idee om (tijdelijk) een linkje naar het/een kaartje te plaatsen op je site?

15/3/06 20:32  
Blogger Olivier van Beemen schreef...

U vraagt, wij draaien (het stukje over de banlieue stond al gepland...)

16/3/06 10:19  

Een reactie posten

<< Home