Eén avond per jaar vergeet ik dat ik eigenlijk liever een president als staatshoofd zou hebben. Dat is op het Fêtes des Tulipes, de receptie op de residentie van de Nederlandse ambassadeur in Parijs, ter gelegenheid van Koninginnedag. Gisteren was die avond.
Het is een mooi schouwspel dat zich ieder jaar voltrekt aan de Rue de Grenelle. Dat begint al bij de rij om de ambassadeur en zijn echtgenote de hand te schudden. Die is dit jaar langer dan ooit te voren: hij begint op straat, gaat over de binnenplaats door de hal en (nieuwigheid) met een omweg langs de ingang van de wc naar de zaal waar excellentie Hugo Siblesz en zijn eega ontvangen. Sinds een paar jaar wordt iedereen aangekondigd: Monsieur et Madame van Beemen klinkt het dan, waarbij vermeld dient te worden dat Madame van Beemen (links op de foto) in het dagelijks leven Mademoiselle Dubois heet en een andere partner heeft. Belangrijke gasten, met een stip op de kaart, worden door iemand van de ambassade langs de rij geleid en hebben recht op een saluut van de erewacht.
Mijn lievelingsgasten zijn de militairen, vooral de afgezwaaide, die in een uniform vol medailles de show stelen. Ik vraag me iedere keer af wat de reden is voor hun aanwezigheid, maar die nieuwsgierigheid blijkt iedere keer onvoldoende om het ze eens te vragen. Verder behoren vrouwen op leeftijd die - met wisselend resultaat - vechten tegen ouderdom tot mijn favorieten.
Bovendien zijn er altijd VIP's
. Voor het tweede achtereenvolgende jaar schittert een uitgenodigde Franse minister door afwezigheid (vorig jaar had Christine Albanel van Cultuur het te druk, dit jaar liet Brice Hortefeux van Sociale Zaken verstek gaan). Volksvertegenwoordiger Robert Badinter, voormalig minister van Justitie die het initiatief nam de doodstraf af te schaffen (pas in 1981 in Frankrijk, ruim een eeuw later dan in Nederland), is er echter wel bij.
Doorgaans heb ik enkele
coupes de champagne nodig voordat ik de VIP's spreek en deze avond vormt daarop geen uitzondering. Maar het resultaat is er. Met Hugo Brandt Corstius bespreek ik de aanschaf van de
stacaravan van zijn dochter Aaf en het
tv-succes van zoon
Jelle, die ik beiden ken uit mijn studententijd in Amsterdam (lees
hier en
hier overigens twee columns van Aaf in Parijs). Karikaturist
Willem, die ik inmiddels al een keer of tien ontmoet heb, waarvan twee keer tijdens een interview van zeker een uur, weet zoals iedere voorgaande keer niet meer wie ik ben, maar vindt het wel erg leuk kennis te maken. Nieuwslezer Philip Freriks, die me als student journalistiek op een zaterdagochtend voor niets naar het mediapark in Hilversum liet komen voor een interview (hij was vergeten dat hij geen dienst had die dag), heeft weinig zin in een praatje. Artiest
Pat Andrea is hartelijker en nodigt collega Kruk van
Trouw (foto) en mij uit voor een vernissage en een glas in zijn atelier.
Net als bij het Boekenbal zijn er ook gasten die eigenlijk niet zijn uitgenodigd en die op creatieve manieren toch binnen trachten te komen. Eén gast heeft dat bijna tot kunst verheven, maar om privacy-redenen zal ik dit maal geen namen noemen. De tactiek is meestal eenvoudig: je voordoen als levenspartner van een gast die wel is uitgenodigd.
Zo, dan bent u weer op de hoogte van enkele van de laatste ontwikkelingen binnen de Nederlandse tak van Tout Paris... Vergeet ik u bijna te melden dat uw correspondent een aantal complimentjes heeft ontvangen voor zijn
nieuwe schoenen, hetgeen het leed van de blaren op de hiel enigszins verlicht.