Oud en nieuw vierde ik dit jaar met een vijftal Nederlandse vrienden bij mij thuis. Geen oliebollen, wel bitterballen. En het fantastische spel
Vroeger of Later. De Champs-Elysées en het gebied rond de Eiffeltoren besloten we links te laten liggen. Terecht, zo blijkt uit de
avonturen van SP'er Arnout Hoekstra. De Grote Leider bleek de afgelopen dagen trouwens ook in
Parijs rond te hangen.
Volgens een oud-Hollandsche gewoonte gingen we 's nachts de straat op. Vuurwerk en uitbundige mensen zijn er nauwelijks in Parijs, zo ondervond ik al tijdens vorige edities, maar we ging toch.
Het lot bracht ons naar de Notre Dame, waar we aantal interessante mensen ontmoetten: dansende Basken, mandarijnenliefhebbers uit de
banlieue, nieuwe Russen (
dit soort), zojuist tot de EU-toegetreden Bulgaren (wat wij ze moesten vertellen) en het champagne drinkende koppel op de bovenstaande foto, afkomstig uit Atlanta, Georgia.
Toen ze zagen dat een van ons een foto trachtte te nemen van ons groepje, waarop noodzakelijkerwijs één persoon zou ontbreken, bood de man aan de foto te schieten. We raakten aan de praat. Ze bleken Ons Soort Mensen. Enkele steekwoorden: een yacht op de Seine, geklaag over stewardessen die je in de eerste klas van Air France steeds wakker maken met de vraag of je nog nieuwe champagne wil (nee, ik wil lekker slapen, dedûh), chauffeur die eigenlijk naar zijn vriendin wil maar die op gepaste afstand moet wachten, dat werk.
Opvallend was dat de man op zijn sokken liep, terwijl er veel glas lag. De vrouw (blond en een stuk jonger, kortom: zoals het hoort) had een mooie witte jurk en kon op serieuze aandacht rekenen van vriend V.
Meneer - we vergaten zijn naam te vragen en ik had helaas geen kaartjes bij me - bleek werkzaam bij
Carnival Cruise, 's werelds marktleider. Sterker nog: daar bleek hij vice-president te zijn. Ik kreeg nog een vriendelijke terechtwijzing toen ik een
yacht een
boat noemde...
Aan al het mooie komt een eind, zo ook aan deze legendarische ontmoeting. Maar niet voordat
the vice-president ons een rondje gaf. Zelf kon hij er helaas niet meer bij zijn, maar hij stond erop dat we een biljet van 50 euro aan zouden nemen. Die ochtend vertrok zijn vliegtuig en in de VS had hij toch niets aan euro's. Uiteraard weigerden we, waarop hij bleef aandringen. Vriend T. bezweek en nam het biljet aan.
Daarmee was de publieke vernedering nog niet afgelopen. Terwijl wij nog beduusd met het biljet in onze handen stonden, kwam onze held terug, nog steeds op sokken. Waarschijnlijk had zijn vrouw (minnares?) hem toegesust dat je voor vijftig euro dezer dagen in Parijs ook nauwelijks nog een verlept bloemetje buiten kunt zetten. Dus kwam er nog een twintigje bij. V. redde de eer van de groep: 'Geef het dan aan Laurent, de chauffeur.'
'Die heb ik al een fooi van duizend euro gegeven,' luidde het antwoord. Het bleek hier te gaan om een nobele poging tot inkomensnivellering. Met al iets minder schaamrood op de kaken namen we dus ook het tweede biljet aan.
Helaas hebben we onze weldoener niet terug kunnen vinden op internet. Zoekmachinegoeroes daag ik uit zijn naam te vinden met de bovenstaande foto en de gegevens 'vice-president' bij ´Carnival Cruises´, zoals gezegd afkomstig uit Atlanta, GA.
En wat gebeurde er met de centen? Als verstandige Nederlanders sliepen wij onze kater uit en gingen we de avond erna naar een goed restaurant, waar we ons te buiten gingen aan oesters en andere lekkernijen. Het voorgerecht kwam voor rekening van onze helden.